17.5.06

Brussel

Wat papier en een stylo. Meer heeft een treinreiziger niet nodig om de tijd door te komen. Terwijl de Brusselse skyline langzaam vervaagt, overloop ik nog even de dag. Ik kom ten slotte niet elke dag in Brussel. En telkens ik er kom, merk ik dat ik blij ben dat ik de trein genomen heb en niet in de eindeloze file moet gaan staan.

Deze morgen ben ik afgestapt aan het Centraal Station, een plek die nog de geladen sfeer van de laatste weken ademt. De gedachte aan de 17-jarige JVH, die in de centrale hal werd vermoord omwille van zijn mp3-speler, is overal aanwezig. De bloemenberg mag dan al verdwenen zijn, de security patrouilleert nadrukkelijk in het stationsgebouw.

Ik neem de metro richting Herrmann-Debroux, waar auto's op en onder het gelijknamige viaduct opnieuw glansrijk bumper aan bumper rijden, zoals ze dat elke ochtend doen. Aan Demey stap ik af en ben ik op de plaats van mijn eerste afspraak. "Mijn" stagiaire wordt geprezen omwille van haar professionele ingesteldheid, een opmerking die ik later vandaag nog twee keer hoor. Het bevestigt me in de overtuiging dat we met onze opleiding marketing het nog niet zo slecht doen. En dat is dan een understatement.

Ik besluit de 3,5km naar mijn volgende afspraak te wandelen. Zo ontdek ik een stukje Brussel waarvan ik het bestaan niet eens vermoedde. De relatieve rust en zelfs stilte staan in schril contrast met het beeld dat we doorgaans van onze hoofdstad krijgen voorgeschoteld. Ik geniet van het vogelgezang en de zon tijdens de wandeling.

De locatie van mijn tweede afspraak is schitterend. Het is wel aan meer reclamebureaus gegeven om een passende locatie te vinden, maar het loft-kantoor van DDB is toch wel één van de mooiste die ik al gezien heb. Ook hier trakteren we de student in kwestie op een (meer dan) positieve evaluatie.

Het is al na twaalven als ik de metro neem naar de Central, om van daaruit naar het Noordstation te sporen. Ik stap uit in een andere stad bijna. Op het plein zie ik dat de ijskar gouden zaken doet. De bankjes zijn allemaal bezet. Een koppeltje probeert discreet ruzie te maken. Een jonge allochtone vrouw leest De Da Vinci Code (in het Nederlands). Een wat oudere man zit duidelijk te genieten van de va-et-vient die zich voor zijn bokaalglazen afspeelt.

En dan gebeurt het. Op de Albert II-laan word ik opgeschrikt door een fluitend zwaantje dat gebaart dat iedereen aan de kant moet. Hoewel het licht op groen staat, neem ik een stap terug. Ik zie de wagen met een vreemde nummerplaat. 1. Meer staat er niet op.
Eén tel later sta ik oog in oog met de koning naar wie de straat die ik bewandel, genoemd is. Misschien beeld ik me het oogcontact in, misschein ook niet. Het gaat allemaal razendsnel.

Als de koning met zijn gevolg voorbij is, zet ik mijn weg naar de derde afspraak verder: het KBC-gebouw in de Havenlaan. Ook hier hoor ik niks dan positieve geluiden.

Mijn derde afspraak was ook mijn laatste in Brussel. Ik besluit de metro te nemen naar het Warande-park. Het is er heerlijk toeven. Ik wandel voorbij een man die qua leeftijd moeiteloos mijn vader kan zijn. Hij heeft geen oog voor mij. Hij is in een innige omhelzing (en zelfs meer dan dat) verwikkeld met een vrouw die jong genoeg is om mijn veel jongere zus te kunnen zijn. Ook dát is Brussel.