Nieuwe wijn?
Een paar collega’s die nogal goed ter tale zijn, hadden er vorig jaar zelfs een apart werkwoord van gemaakt, en konden het zelfs tijdens de pauzes niet laten om mekaar in codetaal aan te spreken: “Ben jij ook aan het bamaflexen?” En nee, het was geen vuil woord, geen smerige ziekte. Wat mijn collega’s bedoelden, was dat ze de trajecten aan het invoeren waren (het computerprogramma daarvoor heet BamaFlex, vandaar het werkwoord), van de niet-modeltrajecters. Zeker voor zij-instromers die al EVK’s konden voorleggen en door hun ervaring hoopten op EVC’s, was en is de trajectbegeleiding een heus monnikenwerk.
De kaarten van het hoger onderwijs zijn grondig door elkaar geschud. Tot voor een tiental jaar ging je gewoon pakweg op vier jaar Germaanse studeren en op drie jaar Expeditie. Niet alleen is die naamgeving definitief verleden tijd, maar ook de manier van studeren is helemaal anders geworden. Vroeger moest je per jaar slagen, nu moet je credits verwerven. Vroeger volgde je vakken, nu zit je in een modulair systeem. Vroeger was alles kennisgericht (hoewel…), nu moeten de studenten competentiegericht worden opgeleid.
Een andere trend is die van de examenbetwisting. Was je vroeger niet geslaagd, dan was het eens zuchten, en direct daarna beginnen aan je tweede zit of aan je bisjaar. Nu dreigen steeds meer gebuisde studenten met juridische stappen, waarbij de nadruk niet ligt op de al dan niet verworven competenties, maar wel op de procedures. En precies dat is een wat eigenaardig fenomeen. De vroegere docent kon ongestraft de regels veranderen tijdens het examen. De studenten konden morren, maar aanvaardden wel de autoriteit van de docent i.v.m. de geteste competenties. Nu alles vastligt in studiegidsen en examencontracten, komen de betwistingen. Je kunt je afvragen of dat de gemiddelde student wel ten goede komt.
Was het dan vroeger allemaal beter? Ik heb tijdens het aggregaat nog een docent gehad, die me onomwonden zei dat hij geen tijd had om mijn (mondeling) examen volledig af te nemen. Na tien minuten vroeg hij of ik nog een graad kon halen. En wat ik dan dacht van een 17 voor zijn vak. Akkoord, professor. Beter? Nee, anders. Maar de wereld rondom ons heeft ook niet stilgestaan. En voor de lezer overhaaste conclusies trekt: ik had zwaar geblokt voor dat ene vak. En voor de volledigheid: mijn scriptie heb ik ook volledig zelf geschreven.
De kaarten van het hoger onderwijs zijn grondig door elkaar geschud. Tot voor een tiental jaar ging je gewoon pakweg op vier jaar Germaanse studeren en op drie jaar Expeditie. Niet alleen is die naamgeving definitief verleden tijd, maar ook de manier van studeren is helemaal anders geworden. Vroeger moest je per jaar slagen, nu moet je credits verwerven. Vroeger volgde je vakken, nu zit je in een modulair systeem. Vroeger was alles kennisgericht (hoewel…), nu moeten de studenten competentiegericht worden opgeleid.
Een andere trend is die van de examenbetwisting. Was je vroeger niet geslaagd, dan was het eens zuchten, en direct daarna beginnen aan je tweede zit of aan je bisjaar. Nu dreigen steeds meer gebuisde studenten met juridische stappen, waarbij de nadruk niet ligt op de al dan niet verworven competenties, maar wel op de procedures. En precies dat is een wat eigenaardig fenomeen. De vroegere docent kon ongestraft de regels veranderen tijdens het examen. De studenten konden morren, maar aanvaardden wel de autoriteit van de docent i.v.m. de geteste competenties. Nu alles vastligt in studiegidsen en examencontracten, komen de betwistingen. Je kunt je afvragen of dat de gemiddelde student wel ten goede komt.
Was het dan vroeger allemaal beter? Ik heb tijdens het aggregaat nog een docent gehad, die me onomwonden zei dat hij geen tijd had om mijn (mondeling) examen volledig af te nemen. Na tien minuten vroeg hij of ik nog een graad kon halen. En wat ik dan dacht van een 17 voor zijn vak. Akkoord, professor. Beter? Nee, anders. Maar de wereld rondom ons heeft ook niet stilgestaan. En voor de lezer overhaaste conclusies trekt: ik had zwaar geblokt voor dat ene vak. En voor de volledigheid: mijn scriptie heb ik ook volledig zelf geschreven.