What's in a name...
“Tell me your name and I’ll tell you who you are.” Dit gezegde is actueler dan ooit. Bedrijven spenderen monsterbedragen om een goeie naam te kiezen. Branding en rebranding is big business. Een sterk merk (en een sterke merknaam) verkoopt immers. Recente voorbeelden zijn nog JimMobile (branding), Fintro of pakweg StartPeople. Die laatste twee namen zijn schoolvoorbeelden van wat rebranding moet zijn: een korte, pakkende naam en/of een naam die de waarde(n) van het bedrijf of de organisatie uitstralen.
Toen begin jaren ’90 de Vlaamse politiek zich op “rebranding” stortte, was het hek helemaal van de dam. PVV werd VLD en later zelfs Open VLD, SP werd sp.a (het puntje moet eigenlijk op middenhoogte staan), CVP werd CD&V (met de “gewaardeerde dynamiek van de ampersand”, weet u nog?), Agalev werd Groen! (terug naar de kernidee werkt altijd bij rebranding).
De laatste telg in de familie der hernoemde partijen heet nu officieel VlaamsProgressieven. Maar laat nu net bij die naam het schoentje wringen: waar de andere partijen met een sterk merk én een sterke merknaam zitten, hebben ze bij de VlaamsProgressieven voor zichzelf en de omgeving een probleem van herkenbaarheid gecreëerd.
Niet alleen kan je allerlei taalkundige twijfels uiten bij deze nieuwe merknaam – volgens de regels van de spraakkunst zou je eigenlijk VlaamseProgressieven moeten zeggen, want VlaamsProgressieven betekent “Progressieven op Vlaamse wijze” –, ook de naam zelf is tegen alle regels van de edele kunst der naamgeving. De naam is veel te lang en schept verwarring. Bovendien is het logo absoluut onherkenbaar. Ook de afkorting - doorgaans de roepnaam van een partij - is niet echt een voorbeeld van hoe het moet: VlPro.
Ik hoor de excuses al bij de volgende verkiezingsnederlaag: “tja, we geloofden er zelf niet meer in. De spirit was er wat uit.” Beste Progressieven op Vlaamse wijze (wat die Vlaamse wijze ook moge zijn): zeg niet dat we het niet gezegd hebben, he.
Toen begin jaren ’90 de Vlaamse politiek zich op “rebranding” stortte, was het hek helemaal van de dam. PVV werd VLD en later zelfs Open VLD, SP werd sp.a (het puntje moet eigenlijk op middenhoogte staan), CVP werd CD&V (met de “gewaardeerde dynamiek van de ampersand”, weet u nog?), Agalev werd Groen! (terug naar de kernidee werkt altijd bij rebranding).
De laatste telg in de familie der hernoemde partijen heet nu officieel VlaamsProgressieven. Maar laat nu net bij die naam het schoentje wringen: waar de andere partijen met een sterk merk én een sterke merknaam zitten, hebben ze bij de VlaamsProgressieven voor zichzelf en de omgeving een probleem van herkenbaarheid gecreëerd.
Niet alleen kan je allerlei taalkundige twijfels uiten bij deze nieuwe merknaam – volgens de regels van de spraakkunst zou je eigenlijk VlaamseProgressieven moeten zeggen, want VlaamsProgressieven betekent “Progressieven op Vlaamse wijze” –, ook de naam zelf is tegen alle regels van de edele kunst der naamgeving. De naam is veel te lang en schept verwarring. Bovendien is het logo absoluut onherkenbaar. Ook de afkorting - doorgaans de roepnaam van een partij - is niet echt een voorbeeld van hoe het moet: VlPro.
Ik hoor de excuses al bij de volgende verkiezingsnederlaag: “tja, we geloofden er zelf niet meer in. De spirit was er wat uit.” Beste Progressieven op Vlaamse wijze (wat die Vlaamse wijze ook moge zijn): zeg niet dat we het niet gezegd hebben, he.
Labels: branding, rebranding, VlaamsProgressieven