Justine is terug. En hoe! Nadat ze ons in haar sukkeljaar 2004 al trakteerde op een Olympisch tornooi om “u” tegen te zeggen, is ze dit jaar weer “gewoon” top.
Er is trouwens een merkwaardige evolutie aan de gang bij
onze Belgische tennisbabes. Daar waar
Kim Clijsters vroeger (daarmee bedoel ik: voor 2004) geroemd werd om haar mentale kracht, kan ik mij niet van de indruk ontdoen dat het de Limburgse precies aan mentale weerbaarheid ontbreekt om op cruciale momenten de match uit te spelen. Geef toe, 6-1, 3-1 aan de winst tegen
Davenport, dat is zoals
AC Milan die aan de rust 3-0 leidt tegen
Liverpool: je mag als bijna-winnende partij op je beide oren slapen. Maar precies dan sluipt de twijfel in de rangen: de bal net niet breed genoeg slaan, net niet hoog genoeg, net niet diep genoeg. De tegenstander komt terug en mept je ongenadig uit het tornooi. Clijsters heeft de wedstrijd vooral tussen de oren verloren.
Het omgekeerde scenario zagen we bij
Justine Henin. De tengere Waalse had het zichtbaar moeilijk tijdens de wedstrijd tegen de – onvermijdelijk – Russische
Koeznetsova. En toch wint ze, omdat ze er is in blijven geloven. Dat we na de wedstrijd tegen de – alweer – Russische
Sharapova alarmerende berichten te horen krijgen, als zou Henin weer de fysieke uitputting nabij zijn, pleit enkel maar voor haar mentale weerbaarheid die ze keer op keer heeft getoond in dit tornooi. Na drie Spaanse vliegen en evenveel Russische berinen is het nu de beurt aan de Franse slag van
Mary Pierce om niet alleen letterlijk, maar ook figuurlijk naar huis geklopt te worden.
Allez, Juju!